Medewerkers
Een dag van een Teeltspecialist
Leon van der Zalm
Een dag uit het leven van een Teeltspecialist
De dag start vroeg, om 6:00 gaat de wekker, ik blijf nog even liggen tot 6:15 om me vervolgens op te frissen en klaar te maken voor een nieuwe werkdag.
Als ik de deur uitstap richting mijn auto begint mijn werkdag, je voelt al hoe het klimaat buiten is, fris, warm, benauwd, allemaal omstandigheden die voor mijn werk van invloed zijn.
Op de tuin aangekomen doe ik de bedrijfskleding aan en neem ik een bakkie en een boterham, wanneer de buitenomstandigheden anders zijn dan verwacht ga ik direct achter mijn computer zitten om het huidige klimaat in beeld te hebben. Ik pas waar nodig instellingen direct aan, iets meer of minder de ramen open, het bovenscherm langer dicht houden bij een koudere ochtend of bij een warmere temperatuur al wat sneller openen. Het zijn allemaal kleine dingen die van invloed zijn op het klimaat in de kas en daarmee weer van invloed op de plant.
Daarna controleer ik de temperatuur in alle afdelingen van de afgelopen nacht, een kas is opgedeeld in meerdere afdelingen die we allemaal apart kunnen regelen met ramen, verwarming en scherming. De oppervlakte van de kas is te groot om voor de hele kas dezelfde sturing te doen. Doordat de wind dagelijks vanuit een andere windrichting kan komen merken we in de kas dat er daardoor een bepaalde luchtstroom is. Dit zorgt ervoor dat in elk deel van de kas de plant net even iets anders groeit dan in een andere afdeling. Planten zijn immers net mensen, in grote lijnen lijken we op elkaar maar zijn we toch allemaal net even wat anders.
Als teeltspecialist ben je dagelijks bezig om de juiste gezonde plantstand in elke afdeling te creëren of te behouden. In bepaalde periode van het jaar sturen we de plant om meer energie naar de vruchten te sturen om grovere tomaten te kunnen oogsten. In een andere periode van het jaar kan het zijn dat we willen dat de plant wat meer blad moet gaan maken om de verdamping met warm en zonnig weer beter aan te kunnen. Dit doen we door het klimaat in de kas af te stemmen op de buitenomstandigheden.
Elk tomatenras heeft z’n eigen beschrijving en manier hoe die zelf het liefst zou willen groeien, het ene ras stopt van nature veel energie die het krijgt van de zon in het maken van veel blad, het andere maakt veel minder blad en stopt alle energie van de zon in het maken van veel trossen en grove tomaten. Als teeltspecialist weten we de kenmerken van een plant en reageren we daarop met onze aansturing.
Nadat ik het klimaat van alle afdelingen heb gecontroleerd kijk ik naar de watergift. Tomaten planten groeien op steenwol en door middel van verschillende sensoren hebben we een goed beeld van de water en voedingsbehoefte van de plant. Wanneer de plant lekker aan het groeien is maakt hij ook weer nieuwe wortels aan, deze zijn essentieel voor de opname van water en voedingsstoffen. Om de wortels zo goed mogelijk te laten groeien geven we gemiddeld van 9:00 tot 18:00 water en elke keer kleinere beurtjes. Net even wat anders dan de planten die bij jullie in de woonkamer staan. Om de wortels maximaal goed te houden geven we s nachts weinig tot geen water zodat de planten de mat leeg kunnen drinken. Wanneer de mat 24 uur verzadigd zou zijn zou je denken, de plant heeft dan altijd genoeg water tot z’n beschikking. Het probleem is als wortels langere tijd onder water staan, gaan ze rotten en sterven ze af met het gevolg dat de planten geen water meer op kunnen nemen. Wanneer de mat s ochtends nog niet droog genoeg is kiezen we er voor om wat later te starten met watergeven. Als de plant door omstandigheden s nachts meer water opgenomen heeft kunnen we ook kiezen om wat eerder te starten. Dagelijks controleer ik dit.
Nadat alle controles op de computer gedaan zijn ga ik de kas in. Per keer dat ik de kas in ga bekijk ik 2/3 paden met als doel elke dag in elke afdeling te zijn geweest. In een pad beoordeel ik de plant op een aantal kenmerken, door de plant af te lezen en rekening te houden met de komende buitenomstandigheden weet ik hoe de klimaat sturing voor die dag gedaan moet worden.
Punten waarop ik de plant beoordeel zijn bijvoorbeeld:
- Plantkleur, de kop kan een donkere kleur vertonen maar ook lichter. Aan de kleur van de plant kunnen we vaak goed aflezen of de plant nog lekker wil groeien of dat de omstandigheden in de kas te zwaar zijn voor de plant en die juist minder wil groeien
- Plantkracht, een gezonde sterke plant maakt betere en sterkere trossen, we streven er vaak naar om een wat krachtigere gewasstand te hebben want dit zorgt ervoor dat de plant ook weerbaarder is tegen eventuele plagen en ziektes
- Gewasstand, maakt de plant veel blad of gaat alle energie naar de trossen, een vegetatieve of een generatieve stand noemen we dat. Hierin probeer ik elke keer de balans te zoeken
- Vruchten halverwege de plant, zwellen ze nog voldoende en hebben ze een goede glanzende kleur
- Tros kwaliteit onderin, hoe grof zijn de tomaten uiteindelijk net voor de oogst, hoe snel kleuren ze door, blijven de tomaten hard
- Wortelkwaliteit, door dit elke dag te beoordelen kan ik zien of de matten in de ochtend voldoende droog zijn. Daarnaast kan ik gelijk zien of er voldoende nieuwe wortel ontwikkeling is
Nadat ik mijn teeltronde gedaan heb ga ik de oogstprognose doen. Wekelijks moeten we opgeven hoeveel kg we gaan knippen. Dit moeten we doen zodat de verkoop weet hoeveel tomaten ze kunnen verwachten en dus moeten verkopen. Door in een aantal paden verspreid door de tuin de trossen te tellen waarvan we verwachten dat ze die week oogstbaar zijn, kunnen we uitrekenen aan de hand van de grofheid van de tomaten hoeveel kg per m2 en dus over de hele tuin kunnen knippen. Dit kan variëren van 50.000 kg tot 350.000 kg per week, afhankelijk van de tijd van het jaar.
Hierna is het tijd om mee te werken, wekelijks wil ik een aantal gewashandelingen te doen om zelf een goed beeld te krijgen wat er speelt. Door dit te doen en niet alleen visueel een inschatting te maken merk je vanzelf weer dingen waar ik als teeltman informatie uit kan halen over de plant.
Begin van de middag ga ik de mestbakken klaar maken. Om de planten zo goed mogelijk te laten groeien hebben ze naast water ook bepaalde soorten kunstmest nodig. Dit kunnen zo 15 verschillende soorten meststoffen zijn. Van het ene soort kan het zijn dat we er 200 gram in doen, van een ander 500 kg per 10 m3. In hoeveelheid hele grote verschillen maar beide net zo belangrijk.
Met elke meststof kunnen we de plant in een bepaalde richting sturen om te groeien.
Aan het einde van de middag beoordeel ik het gewas nogmaals, ik kan dan aflezen of de klimaat omstandigheden binnen goed zijn geweest voor de plant, als de plant een donkere kleur heeft kan het zijn dat de plant boven zijn kunnen heeft moeten werken en dat ik teveel heb gevraagd. Een lichtere kleur kan betekenen dat de groeiomstandigheden voor de plant te makkelijk waren waardoor we er niet het maximale uit hebben gehaald. De plantstand einde van de dag heeft weer gevolgen voor het instellen van de nacht die komen gaat. Nadat ik de planten beoordeeld heb ga ik achter mijn computer zitten om te beoordelen tot hoelaat ik water moet geven, tot hoelaat er gestookt moet worden en hoe hoog de nachttemperatuur moet zijn voor de plant.
Nadat ik dit heb ingesteld ga ik lekker naar huis, dan houd echter de dag nog niet op. ’s Avonds kan ik vanuit huis de klimaatcomputer nog bedienen. Hier kan ik in de gaten houden of de temperatuur voldoende is gezakt, of de wateropname van de plant snel genoeg gaat en zo nodig nog wat dingen aanpassen. Dit doe ik 1 á 2 keer per avond, hoe beter ik de omstandigheden inschat, hoe minder ik hoef aan te passen en dan neemt het niet veel tijd in beslag.
Deel deze pagina op social media